Spraakopdrachten
U kunt bellen en telefoonfuncties uitvoeren door spraakopdrachten in te
spreken. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het
instellen van de taal, zie
Taal spraakweergave
in Telefoon op pagina 80.
De spraakopdrachten zijn standaard geactiveerd. Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Snelkoppelingen
>
Spraakopdrachten
en een map. Blader
naar een functie.
geeft aan dat het spraaklabel is geactiveerd. Als u
de geactiveerde spraakopdracht wilt beluisteren, selecteert u
Afspelen
.
Zie Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze op pagina 27 voor
informatie over het gebruiken van spraakopdrachten.
U kunt de spraakopdrachten beheren door naar een telefoonfunctie te
bladeren en een van de volgende opties te selecteren:
Bewerken
of
Verwijderen
— om de spraakopdracht van de geselecteerde
functie te wijzigen of uit te schakelen. Als u de tekst van een spraaklabel
bewerkt, wordt deze tekst gekoppeld aan een nieuw virtueel spraaklabel.
Alles toevoegen
of
Alles verwijderen
— om de spraakopdrachten voor
alle functies in de lijst met spraakopdrachten in- of uit te schakelen.
Alles toevoegen
of
Alles verwijderen
wordt niet weergegeven als alle
spraakopdrachten al ingeschakeld of uitgeschakeld zijn.
I n s t e l l i n g e n
73