De instellingen hebben invloed op de wijze waarop e-mail wordt
verzonden, ontvangen en weergegeven.
Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor de
e-mailtoepassing ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor
configuratie-instellingen op pagina 12. U kunt de instellingen ook
handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 82.
U kunt de instellingen voor de e-mailtoepassing activeren door
Menu
>
Berichten
>
Berichtinstellingen
>
E-mailberichten
te selecteren en
vervolgens een van de volgende opties te kiezen:
Configuratie
— selecteer de set die u wilt activeren.
Account
— selecteer een account die door de serviceprovider wordt
verstrekt.
Mijn mailnaam
— voer uw naam of alias in.
E-mailadres
— Geef uw e-mailadres op.
Ondertekening bijvoegen
— u kunt een handtekening definiëren die
automatisch aan het einde van uw e-mailbericht moet worden
toegevoegd wanneer u het bericht invoert.
B e r i c h t e n
57
Antwoordadres
— voer het e-mailadres in waarnaar de antwoorden
moeten worden gestuurd.
SMTP-gebruikersnaam
— voer de naam in die u voor uitgaande e-
mailberichten wilt gebruiken.
SMTP-wachtwoord
— voer de naam in die u voor uitgaande e-
mailberichten wilt gebruiken.
Terminalvenster tonen
— selecteer
Ja
als u een handmatige
gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren.
Type inkomende server
— selecteer
POP3
of
IMAP4
, afhankelijk van het
type e-mailsysteem dat u gebruikt. Als beiden typen worden
ondersteunt, selecteert u
IMAP4
.
Inkom. mailinstellingen
— selecteer de beschikbare opties voor
POP3
of
IMAP4
.
C o n t a c t e n
58